De gelukkigste tijd van het jaar

De zomers in Zweden zijn heerlijk: mild, groen en met eindeloze dagen. Maar er is één periode die er bovenuit steekt: de vårvinter of lentewinter. Het hoogtepunt daarvan valt midden maart. Dan zijn de dagen reeds lang en de temperatuur is enkele graden boven nul overdag. Maar ’s nachts kan het nog stevig vriezen. Daardoor kan je (zeker met sneeuwschoenen) bovenop de sneeuw lopen. Een heerlijk gevoel. Na de lange, donkere winter komt iedereen buiten en trekt de natuur in.

Wij volgden een sneeuwscooterspoor naar Höksjön, een groot meer in de buurt. Aan de rand van het meer staat een hut, Huggsjöstugan, waar je iets kan eten en koffiedrinken met lekkere semlor. Althans tijdens de mooie weekends in deze tijd van het jaar. Maar ook op andere dagen is een deel van de hut vrij toegankelijk.

.
.

Families komen daar aan op langlaufski’s, met de sneeuwscooter of met sneeuwschoenen, zoals wij. Kinderen glijden met de slede naar beneden, anderen maken een skitoer op het eindeloze meer of zetten hun sneeuwscootertocht verder.

.

Als je twijfelt of het ijs wel sterk genoeg is ben je snel overtuigd als er plots vier sportvliegtuigjes landen op het ijs. Na een koffie in de hut stijgen de piloten weer op. Ik voeg enkele foto’s bij voor de kenners.

.
.
.

Wij staken het meer over en aten onze picknick op een rustige plek in het zonnetje.

Daarna namen we een semla met koffie in de hut.

.

Dan was het tijd om terug te keren. We keken op de kaart welke richting we moesten nemen naar de auto. We oriënteerden ons op de zon en we stapten dwars door het woud naar beneden, recht naar de auto, bovenop een meter sneeuw. Wat een gevoel!

Geplaatst in Uncategorized | 10 reacties

Walen in Zweden

Toen ik naar Zweden kwam viel mij al snel op dat vele Zweden beweren of vermoeden dat ze Waalse voorouders hebben en dat ze daar heel fier op schijnen te zijn.

Daarom ging ik op zoek naar de oorzaak hiervan en ik vond het volgende verhaal…

In de zestiende eeuw ontwikkelde de ijzerindustrie zich sterk in de streek van Luik. Staalarbeiders en smeden waren gekend in heel Europa. Maar er was ook veel armoede onder de arbeiders, zodat die wanhopig op zoek gingen naar een beter bestaan. Bovendien was er de Spaanse Inquisitie in de Zuidelijke Nederlanden, die jacht maakte op gereformeerden.

Het was dus niet te verwonderen dat rijke en invloedrijke Vlamingen en Walen hun toevlucht zochten in de Noordelijke Nederlanden, waar er meer godsdienstvrijheid was. Die leegloop van intellect voedde het noorden, waardoor dat tot een grote bloei kwam. We kennen allemaal de Verenigde Oost-Indische Compagnie, die grote rijkdom bracht in Holland. Ook de kunsten hadden een vruchtbare voedingsbodem in het noorden. Tegelijkertijd werd Vlaanderen, dat 150 jaar ervoor, in de tijd van de Bourgondiërs, nog het centrum van Europa was, een land van arme, onontwikkelde boeren en arbeiders. Het duurde bijna vier eeuwen vooraleer Vlaanderen zich hiervan herstelde.

Guillaume de Bèche, een Luikenaar, kwam op verzoek van de latere koning van Zweden naar Nyköping om daar de leiding te nemen over de kopermijnen en de bijhorende gieterijen en ovens. Hij begon met het aantrekken van vele Waalse arbeiders, die naar Holland gevlucht waren. Hun superieure technieken en kennis brachten de Zweedse metallurgische industrie tot grote bloei.

In 1615 exploiteerde Guillaume de Bèche ook de gieterijen van Finspång, die een uitmuntende kwaliteit ijzer leverden, vooral aan de Engelse marine, die zijn succes voor een groot deel hieraan te danken had.

In 1625 associeerde de Bèche zich met Louis de Geer, een andere Waal die naar Holland gevlucht was. Het grote kapitaal van de Geer zorgde voor een enorme uitbreiding van de productiecapaciteit, waardoor de naam de Bèche vergeten werd en Louis de Geer de vader van de Zweedse metallurgie werd. Hij heeft een standbeeld gekregen in Norrköping.

Zo emigreerden enkele duizenden Walen in die tijd naar Zweden om hun kennis te delen. Het werd zo erg dat de Spaanse koning de emigratie naar Zweden verbood, met weinig resultaat.

Ten oosten van Uppsala en ten noorden van Stockholm bevinden zich veel plaatsen die gekend zijn als “Vallonbruk” (Walenfabriek). Het grootste deel van de Walen bleef in Zweden wonen en integreerden zich langzaam in de plaatselijke bevolking. Het zal je niet verwonderen dat hun grootste probleem de Zweedse taal was. Franstaligen hebben het nu nog steeds moeilijk om een vreemde taal te leren. Daardoor trouwden ze nog lange tijd met mensen uit hun groep, maar dat is nu verleden tijd. Op sommige plaatsen werd nog Frans gesproken tot in 1769. Alleen sommige namen in Zweden herinneren ons nog aan die tijd.

Een fabriekspredikant van de fabriek in Österby beschreef de Walen rond 1800 op de  volgende manier:

“De Walen die hier nog steeds verblijven zijn heel anders dan de plaatselijke bevolking, zowel qua temperament als qua uitzicht. De meesten hebben een donkere huidskleur, bruine ogen, een iets opstaande neus en zwart haar. Sociaal gezien zijn ze open en vrijgevochten, gevoelig voor de minste belediging, scherp in hun oordeel en zeer leergierig. Men verwijt hen een zekere koppigheid, waar ze het lastig mee hebben. Op het gebied van spirituele cultivatie en ervaring staan ze echter hoog boven de gewone mensen in het algemeen. In hun woningen heerst netheid en orde en ze zijn, als ze hun vrijetijdskleding dragen, vaak heel elegant gekleed.”

Je ziet dat de Zweden toen al bewonderend opkeken naar de Walen.

Maar de mythe van de superieure Walen werd gecreëerd door de Zweedse vakbond van metaalarbeiders rond 1920. Ze stoorden zich aan het makke karakter van de meeste Zweden, waardoor hervormingen moeilijk te verwezenlijken waren. Zo begonnen zij het beeld van de superieure Walen op te hemelen om hun landgenoten te mobiliseren.

In 1922 verscheen volgende tekst in het Zweedse vakblad “De metaalarbeider”:

“Walen zijn sterker dan Vlamingen, magerder, energieker, gezonder en ze leven langer. Hun vaardigheden en professionalisme zijn superieur aan die van de Vlamingen. Ze zijn beter dan de Fransen in doorzettingsvermogen en enthousiasme, kwaliteiten waardoor zij naar Zweden konden emigreren. Maar door hun hartstochtelijke onbezonnenheid lijken ze op het Franse volk.

Vele Zweden zijn beïnvloed door dit beeld. Zo denken vele Zweden met donker haar en bruine ogen dat ze Waals bloed in de aderen hebben. En daar zijn ze heel fier op en ze vertellen dat trots verder.  Sommigen gaan zelfs actief op zoek in stambomen om hun Waalse afkomst aan te tonen.

Of hoe selectieve beeldvorming de werkelijkheid kan kleuren…

Geplaatst in Uncategorized | 5 reacties

Högbonden

Vorig weekend namen we de boot naar Högbonden, een klein, maar steil eiland voor de kust van Nordingrå. Het ziet eruit als een walvis, die half onder water ligt.

De boot is klein en snel en vaart elke dag enkele keren heen en weer tijdens het zomerseizoen. De naam Ronja doet misschien wel ergens een belletje rinkelen. Astrid Lindgren schreef het verhaal over Ronja Rövardotter, dat in 1984 verfilmd werd. Mijn dochters waren helemaal in de ban van de film.

De bagage wordt met een goederenlift naar boven gebracht, maar je moet zelf te voet naar boven klimmen langs een steil rotspad, dat bij regenachtig weer een beetje op een beekje gelijkt. Niet voor iedereen dus…

Op het hoogste punt van het eiland werd de op één na hoogste vuurtoren van Zweden gebouwd in 1906, met een hoogte van 75 m boven zeeniveau. In het vuurtorenhuis woonden drie mensen met hun gezinnen: de vuurtorenmeester, de vuurtorenwachter en een helper. Op het hoogtepunt woonden er 21 mensen en was er zelfs een schooltje in het gebouw. Door toenemende automatisering waren er steeds minder mensen nodig. In 1952 was alleen de vuurtorenmeester nog op post, in 1963 werd de vuurtoren helemaal geautomatiseerd.

Nu zijn het huis en enkele bijgebouwen ingericht als vandrarhem (een soort jeugdherberg). De kamers zijn gerieflijk en gezellig ingericht.

Er is een mooi uitzicht over het andere uiteinde van het eiland.

Er zijn douches, een paar gemeenschappelijke keukens en biologische toiletten. Men hoeft niet zelf te koken want er is ook een eenvoudig restaurant waar men eet wat de pot schaft (altijd vis!).

Op het eiland, dat natuurreservaat is, heerst een heerlijke rust. Men heeft er prachtige vergezichten.

Maar er is ook woeste natuur met kloven en grote rotsblokken.

Eén nacht volstaat voor een verblijf, want groot is het eiland niet.

Op het andere einde (de staart van de walvis) heeft men een prachtig uitzicht over de Botnische Golf en het vasteland.

Een echte aanrader! Aan de Hoge Kust is altijd iets nieuws te ontdekken…

Geplaatst in Uncategorized | 7 reacties

Storm Hans op bezoek

Over het algemeen is het zomerweer aan de Botnische Golf warm, kalm en droog. Maar nu kregen we bezoek van een echte zomerstorm. Die begon zijn carrière in Engeland en de Benelux als Antoni. Hij bracht veel regen, maar minder wind dan verwacht. Maar toen Antoni noordwaarts trok, naar de westkust van Zuid-Noorwegen, won hij aan kracht en bracht uiterst onstabiele lucht mee. In Scandinavië werd hij herdoopt tot Hans. Hij veroorzaakte heel veel schade in Noorwegen, Denemarken en Zweden. 200 km ten zuiden van ons spoelde de regen de bedding van de spoorweg weg, waardoor twee treinwagons ontspoorden. Daardoor werd de belangrijkste spoorverbinding tussen Stockholm en het noorden van het land minstens voor enkele weken onderbroken.

Bij ons bleef het al bij al nog relatief rustig, maar de onstabiele lucht zorgde ervoor dat hevige stortbuien zich vormden boven zee en dan kwamen uitregenen boven ons. Waar op de buienradar niets te zien was ontstonden op een kwartier tijd hevige lokale plensbuien.

Maar op maandagavond werd het ongewoon warm. Om acht uur ’s avonds werd het plots meer dan 24°, veel warmer dan binnen. Het was heerlijk om een boek te lezen op het terras. Maar dat wees erop dat er een massa warme lucht uit het zuiden opgestuwd werd naar het noorden. ’s Anderendaags nam Barbro zoals gewoonlijk haar morgenduik in zee en ze merkte niets bijzonders.

’s Namiddags zagen wij plots dat het water op enkele uren tijd minstens zestig cm gestegen was. Het waterniveau schommelt hier regelmatig, maar de grote stijging was heel ongewoon, vooral ook door de snelheid waarmee die gebeurde.

Het paadje naar het begin van de steiger lag nu onder water.

Getijden kennen wij hier niet. Op de kaart hieronder kan je zien dat de drie doorgangen, die de Baltische Zee en de Botnische Golf verbinden met de Noordzee relatief smal zijn. Het zijn de Lillebaelt en Storebaelt in Denemarken en de Öresund tussen Denemarken en Zweden. Dat zijn ook de bruggen waar je over rijdt als je over land naar Zweden rijdt.

De schommelingen in het zeeniveau worden vooral veroorzaakt door lange periodes van hoge of lage druk. Bij lage druk stijgt het zeeniveau doordat het water minder naar beneden gedrukt wordt. Maar het is vooral de wind, die niveauverschillen veroorzaakt. Een lange periode van noorderwind blaast het water weg uit de Baltische Zee, bij zuiderwind wordt het water opgestuwd naar het noorden van de Botnische golf.

Toen ik de weerkaart bekeek zag ik dat de constante stormwind de ideale richting had om het water recht naar het noorden toe te blazen.

Gelukkig waren we er op tijd bij, want het water bleef stijgen en begon al snel de steiger te overspoelen. De houten platen gingen op en neer met de golven en dreigden weg te drijven, de zee in. Snel begonnen we de houten ligmeubels te verplaatsen naar de kant. Gelukkig is Barbro een echte vikingvrouw, die van aanpakken weet. Terwijl ik de boot begon leeg te scheppen ging zij een lang, dik touw halen, ging het water in en begon de platen vast te binden aan de balken van de steiger. Een aantal kleinere platen haalden we weg omdat de balken onder water zaten, waardoor de platen loskwamen.

Een spannend en onverwacht avontuur, dat hoort bij het leven in de natuur en aan zee. Het geeft een beetje kleur aan het leven.

Tijdens de nacht steeg het water nog tien cm, maar deze morgen was het alweer twintig cm gezakt, waardoor het grootste gevaar voor de steiger geweken is. Als de toestand wat genormaliseerd is herstellen we alles weer, want we hebben nog recht op een maandje zomer, vooraleer de steiger weer opgebroken wordt om hem te beschermen tegen de kracht van een halve meter verschuivend ijs.

Geplaatst in Uncategorized | 6 reacties

De langste dag

Het is begin juli en de dagen worden weer korter. In het begin nog langzaam, maar dan sneller en sneller. Rond 22 september zijn ze weer even lang. En rond die datum korten de dagen het snelst, net zoals ze rond 21 maart snel langer worden.

Uiteindelijk krijgt iedereen op aarde evenveel zonneschijn (boven de wolken!) gedurende een jaar. Hoe meer naar het noorden men gaat, hoe groter de verschillen tussen de lengte van de dagen en nachten in de zomer en de winter. Aan de polen is het simpel: zes maanden zon, zes maanden zonder zon. En rond de evenaar zijn de dagen en nachten het ganse jaar door ongeveer even lang.

Toch zie je al dat het donkerder wordt ’s nachts. Op 21 juni gaat de zon onder om elf uur en ze komt terug op om half drie. Ze gaat dan amper drie graden onder de horizon, zodat het helemaal niet donker wordt. Dan wordt het dikwijls heel stil en rustig. De wind valt, geen blaadje beweegt, je hoort enkel een late (of vroege) vogel. Je zou kunnen zeggen dat een eindeloze zonsondergang overgaat in een eindeloze dageraad.

Ik heb rond 21 juni enkele snapshots genomen in de tuin rond middernacht, zodat jullie een idee krijgen hoe dat voelt.

Geplaatst in Uncategorized | 11 reacties

Sneeuwruimen.

Enkele weken geleden besloten we nog eens een ritje te maken iets verder in het binnenland. Daar ligt er meestal meer sneeuw dan bij ons aan zee.

Nu en dan krijgen we hier tijdens de winter, zeker door de klimaatverandering, enkele dagen met positieve temperaturen. Dan smelt er wat sneeuw af en dan kunnen de wegen gevaarlijk glad worden. Gelukkig ligt er zoveel sneeuw dat ze nooit helemaal verdwijnt. Dat is zeker zo in het binnenland, dat hoger ligt en waar de temperatuur altijd enkele graden lager is dan aan zee.

We hadden geen vast doel, dus reden we gewoon wat rond om te genieten van het winterlandschap.

Er lag ongeveer 1,3 m sneeuw, wat redelijk veel is voor hier. Gelukkig wordt de sneeuw hier regelmatig geruimd. De gemeente heeft contracten met firma’s, die instaan voor het ruimen. Die hebben de geschikte machines, want dat is nodig als er grote hoeveelheden vallen op korte tijd.

Grote, brede sneeuwruimers, die de sneeuw opzijschuiven. Maar dan stopt het werk niet. De grote sneeuwwallen aan de kant van de weg sluiten de opritten af, zodat niemand nog in of uit kan. Daarvoor hebben de meesten wel een afspraak met iemand uit de buurt met een grote bulldozer, die dat doet voor hen, tegen betaling natuurlijk. Dat is een kost waar je rekening moet mee houden, zeker als hij ook je oprit vrijmaakt.

Wij besloten dat zelf te doen omdat we thuis zijn en tijd hebben, maar vooral omdat een zware bulldozer de betonklinkers voor de garage zou beschadigen. Daarvoor kochten we een zware sneeuwblazer, waarover ik al vroeger schreef. Je moet wel altijd bereid zijn om aan het werk te gaan, soms zelfs laat in de avond of heel vroeg. Want als de temperatuur iets boven het vriespunt is als de sneeuwploeg voorbijkomt dan ligt er een berg (ploegkant) van een meter hoog, die je oprit afsluit. Als het dan begint te vriezen wordt dat een ondoordringbare ijswal. En dan moet je wel de bulldozer vragen.

In de stad zit men ook met de beperkte ruimte om de sneeuw te stapelen. De straten moeten vrijgemaakt worden, maar ook de trottoirs. Daar komt heel veel werk met bulldozers aan te pas. En dan moeten die sneeuwhopen, die soms vier meter hoog zijn, verwijderd worden met vrachtwagens. Want als men die laat liggen heeft men geen plaats meer voor de volgende lading. Wanneer en hoeveel sneeuw er zal vallen is immers niet te voorspellen. En het is ook niet te doen om daar bijna de hele zomer te moeten kijken op vuile, smeltende sneeuwhopen. Vroeger kieperde men die sneeuw gewoon in de zee. Maar nu mag dat niet meer. Nu wordt de sneeuw bijeengebracht op speciale plaatsen, waar het smeltwater kan verzameld worden en gezuiverd.

Maar dat is nog niet alles. De platgereden sneeuw op de weg wordt steeds dikker en wordt stilaan ijs, zeker als de temperatuur soms eens boven nul uitkomt. Dan moet er grind gestrooid worden, want zout wordt hier niet gebruikt: de temperaturen zijn te laag en het vele zout is nefast voor de natuur. En dat grint moet natuurlijk in juni weer opgeveegd worden door speciale veegwagens…

Het ijs kan ook te dik en te oneffen worden, waardoor autorijden gevaarlijk en zeer oncomfortabel wordt. Daarvoor gebruikt men ook weer speciale machines, die het ijs van de weg afschrapen.

Je ziet dat het niet zo eenvoudig is en dat men moet investeren als men wil leven in een arctisch klimaat. Niet te verwonderen dat plotse hevige sneeuwval een heel groot probleem kan vormen in streken waar men daar niet op voorbereid is.

Geplaatst in Uncategorized | 3 reacties

Hoe zijn de Zweden?

Het idee om iets te schrijven over de Zweedse mentaliteit en die te vergelijken met die in Vlaanderen komt voort uit een zoektocht op internet, waardoor ik de Culturele Wereldkaart van Inglehart-Wenzel weer voor ogen kreeg.

Het is ontegensprekelijk zo dat Zweden en Vlamingen op veel punten grote gelijkenissen vertonen, maar ook dat ze op sommige gebieden erg verschillen. Dat was mij lang geleden al eens opgevallen op een zomerreis in Zuid-Europa, toen wij een drietal Zweedse families ontmoetten, die in hetzelfde hotel als wij verbleven. Er was toen helemaal nog geen sprake van naar Zweden te verhuizen. Ik was er nog nooit geweest, maar het land interesseerde mij wel. Daarom probeerde ik met die Zweden in contact te komen. In de bar, op het terras, aan het zwembad. Maar dat was een hopeloze zaak. De Zweden leefden in hun eigen bubbel en hadden geen behoefte aan contact met andere reizigers. Ik kreeg zelfs sterk de indruk dat ze mij heel bewust negeerden. Dat is mij altijd blijven intrigeren, want ik herinner het mij nog erg levendig.

Later, toen ik hier al woonde, had ik enkele keren gelijkaardige ervaringen. De trein had heel veel vertraging en om de tijd te doden sprak ik een Zweedse vrouw aan, die in de buurt stond. Ik vroeg haar of die trein regelmatig vertraging had. Ze bekeek mij verschrikt, zei niets en ging aan de andere kant van het perron staan. Sindsdien heb ik geleerd dat een onbekende aanspreken eigenlijk alleen gedaan wordt om iets concreets te vragen, na eerst beleefd gepolst te hebben of je iets mag vragen. Het is zelfs zo dat de Zweden er zelf mee lachen. Ik zag een cartoon waarop drie Zweden op de bus stonden te wachten in Coronatijden: één in het bushokje en de andere twee buiten aan weerszijden van het hokje. De volgende tekening was na Corona. Geen enkel verschil. Met een boutade zeggen de Zweden dat het tijd wordt dat Corona voorbij is. Want nu kunnen ze eindelijk weer drie meter van elkaar gaan staan in plaats van die anderhalve meter onder Corona.

In de realiteit geldt dit natuurlijk niet voor de meeste Zweden, zodat niemand schrik hoeft te hebben om het land te bezoeken. Zweden zijn over het algemeen zeer vriendelijk en behulpzaam, en ze praten zeer goed Engels.

Maar als je hier meer dan zeven jaar woont vallen de verschillen toch duidelijk op. Het is niet gemakkelijk om naar Zweden te emigreren en zich te integreren in zijn omgeving. Zeker niet als je als Vlaams of Nederlands koppel naar hier komt. Velen voelen zich na jaren nog steeds erg geïsoleerd, hoewel ze niet te klagen hebben van de vriendelijkheid of behulpzaamheid van buren of kennissen. Voor mij is het iets gemakkelijker omdat ik via Barbro gemakkelijker in contact kom met de mensen. Het is zelfs voor rasechte Zweden niet eenvoudig om te verhuizen naar een andere streek en zich daar te integreren.

Ik wil even terugkomen op die Culturele Wereldkaart van Inglehart-Wenzel:

Die plaatst de bevolkingen van verschillende landen op een kaart. Hoe meer naar links, hoe meer de mensen bezig zijn met overleven. Rechts vindt men samenlevingen die rijk genoeg zijn en die tijd hebben om zich bezig te houden met zelfexpressie. Onderaan vindt men de landen waar de traditionele waarden heel belangrijk zijn, bovenaan landen die seculier zijn, waar iedereen het recht heeft zijn leven in te richten volgens zijn eigen inzichten. Uiteraard zijn dit tendensen, die niet gelden voor iedereen, maar voor de meerderheid van de bevolking.

Men kan heel wat interessante dingen afleiden uit deze kaart. Sommige zijn voor de hand liggend. Zo vindt men bijvoorbeeld een aantal arme, streng Islamitische landen uit Afrika links onder: bezig met overleven, sterk traditioneel.

Maar ik wil mij focussen op België en Zweden.

België vind je ongeveer in het midden, iets naar rechts. Dit verbaast mij niet: de meeste mensen zijn niet erg traditioneel en ze zijn bezig met zelfontplooiing.  Maar Zweden staat eenzaam rechts boven. Het is dus een buitenbeentje. De meerderheid is erg seculier en niet traditioneel (ondanks midsommar en Lucia, de kerstmistradities… Maar die kan je misschien beter onder de noemer folklore gaan rangschikken). En ze zijn heel erg bezig met zichzelf en hun eigen ontplooiing. Je zou hen ietwat simplistisch kunnen beschrijven als onafhankelijke individualisten.

Dat is niet in tegenspraak met de sterke sociale zekerheid in het land en de politiek van eindeloos praten en compromissen maken. Als je hier leeft ben je zeker dat je niet te veel tijd hoeft te steken in die dingen: als je ziek wordt, word je verzorgd en de politiek komt wel altijd met een redelijke oplossing die voor de overgrote meerderheid aanvaardbaar is.

Er is wel een verschil tussen het noorden van het land, waar wij wonen, en de grote steden en dichter bevolkte gebieden in het zuiden. Deze laatste zijn meer internationaal gericht en hebben zich wat meer aangepast aan het West-Europese eenheidsmodel. Maar hier in het noorden leven mensen dikwijls ver van elkaar en ze kunnen zonder problemen leven zoals ze willen. Als ze dat willen hoeven ze niemand te ontmoeten.

Wat is mijn ervaring nu, na meer dan zeven jaar hier wonen? Wat mis ik?

Het vergt jaren vooraleer het duidelijk wordt: in Zweden is het extreem moeilijk echte vrienden te maken, zoals wij die kennen in België. Zweden zijn individualisten en houden hun ideeën liever voor zichzelf als ze voelen dat ze in conflict kunnen komen met anderen. Ze blijven vriendelijk en knikken als je iets zegt waar ze het niet mee eens zijn. Maar ze zullen je niet tegenspreken.

Voor een Vlaming lijkt dit alsof ze instemmen, maar dat is maar schijn.

Maar voor Zweden is het wel duidelijk: ze lezen moeiteloos de subtiele tekens als iemand niet instemt met wat ze zeggen. Vergeleken daarmee zijn wij analfabeten, die die taal helemaal niet begrijpen.

En ze hebben het zeer moeilijk om over hun gevoelens te praten, zeker de mannen. Het is niet verwonderlijk dat de film “Geschreeuw en Gefluister” uit 1972 door de Zweedse regisseur Ingmar Bergman gemaakt is. De film gaat over drie zussen. Eén van hen is stervende en de andere twee staan haar bij. Maar ze blijven ondanks alles kil en gereserveerd. Erg confronterend, maar ook erg begrijpelijk voor Zweden.

Maar nogmaals: dit geldt niet voor alle Zweden. Er zijn heel veel uitzonderingen, zoals overal!

Geplaatst in Uncategorized | 6 reacties

Wachttijden in de gezondheidszorg

Ik had het al vroeger over de gezondheidszorg in Zweden. Over de maximumfactuur voor doktersbezoeken en die voor medicijnen. Bovendien zijn de ligdagen in het ziekenhuis en vele andere diensten, maar ook hoorapparaten, enz… zeer goedkoop. Alles wordt voor het grootste deel betaald door belastinggeld. Schitterend!

Maar iedere medaille heeft een keerzijde. En hier in het noorden is dat nog veel meer uitgesproken dan in het dichtbevolkte zuiden. Het gaat over de wachttijden in de gezondheidszorg.

Die zijn lang, soms zeer lang. Je zal maar problemen hebben met de knieën of heupen. En dan pijnlijke maanden moeten wachten op een operatie.

Uiteraard kan je ook naar spoed gaan voor dringende en levensbedreigende gevallen.

Je kan zelf vergelijken met de toestand in België of Nederland.

De volgende cijfers werden bepaald in november 2021. Waarschijnlijk zal de pandemie hier wel enige invloed op hebben. Maar niet zoveel, want van corona was tot nu toe niet zoveel te merken hier in het noorden.

Tussen patiënt en ziekenhuis staat de vårdcentral, een soort polykliniek. Daar kan je telefonisch een doktersbezoek plannen, want huisdokters zijn hier praktisch niet. Die dokter kan je doorsturen naar een specialist in het ziekenhuis.

Bij deze cijfers stel ik mij telkens voor dat ik het ben, die een medisch probleem heb: ik voel mij erg ziek of ik heb heel veel pijn.

80% van de patiënten krijgt telefonisch contact met de vårdcentral op dezelfde dag. Dat zou 100% moeten zijn…

82% wordt onderzocht door medisch personeel (dat kan ook een verpleegkundige zijn!) binnen de drie dagen na telefonisch contact. Dat wil dus zeggen dat 18% langer moet wachten dan drie dagen op een onderzoek.

75% krijgt een afspraak met een specialist in het ziekenhuis binnen de 90 dagen na doorverwijzing door de vårdcentral.

61% krijgt een operatie of een andere gespecialiseerde behandeling binnen 90 dagen na het bezoek aan de specialist. Dat wil dus zeggen dat 39% langer moet wachten!

Hoe lang dan? Dat hangt ervan af. Maar het is wel zo dat je het recht hebt, als de maximum wachttijd van 90 dagen overschreden wordt, zelf een ander ziekenhuis te zoeken waar de behandeling sneller kan gebeuren. In dat geval heb je het recht terugbetaling te vragen door je regio van de extra kosten, die je maakt. Dat zijn meestal verplaatsingskosten. En dat kan oplopen.

Veronderstel bijvoorbeeld dat je een heupoperatie niet kan krijgen in de eigen regio binnen de 90 dagen. Dan kan je een ander ziekenhuis zoeken, waar ze de operatie wel binnen de 90 dagen kunnen doen. Dan kan je je regio onder druk zetten: en dat werkt! Veronderstel dat je een operatie kan krijgen in het zuiden van het land binnen de wachttijd. Dat kan 1000 km ver zijn. Dan moet je regio het vervoer daarheen betalen: trein, bus en eventueel taxi. Maar ze betalen ook je reis terug. En dat is natuurlijk met de ziekenwagen. En dat kan aardig oplopen!

Het kan hier dus erg tegenvallen met de niet dringende ziekenzorg. Gelukkig ben ik als gepensioneerde nog steeds aangesloten bij een Belgische mutualiteit, zodat ik indien nodig naar België kan reizen om daar behandeld te worden. Of terug te verhuizen als het nodig is…

Geplaatst in Uncategorized | 14 reacties

Sankta Lucia in Zweden

13 december is een speciale dag in Zweden. Op deze dag wordt namelijk de heilige Lucia gevierd, net zoals in vele andere landen. Maar in Zweden is die viering veel uitbundiger, met heel wat vaste gewoonten waar heel veel interessante dingen over te zeggen zijn. Het is geen officiële feestdag, maar op vele universiteiten en hogescholen worden grote eetmalen georganiseerd: het is de laatste gelegenheid om samen te zijn dat jaar omdat de meeste studenten daarna naar huis gaan om samen met de familie Kerstmis te vieren.

Lucia werd geboren op Sicilië rond het jaar 283, de tijd van de christenvervolgingen. Ze was een overtuigd christen en ze had de belofte van kuisheid afgelegd. Haar vader was vroeg gestorven en haar moeder wilde haar uithuwelijken aan een heiden. De moeder werd echter heel erg ziek en Lucia kreeg een visioen waarin de heilige Agatha haar beloofde dat haar moeder zou genezen als Lucia’s geloof sterk genoeg zou zijn. Het geplande huwelijk werd geannuleerd. Met het uitgespaarde geld kocht Lucia voedsel voor de armen. Haar afgewezen verloofde verklikte haar aan de gouverneur en die wou haar naar een bordeel brengen als ze haar geloof niet zou afzweren. Uiteraard weigerde ze dat, maar ze konden haar niet in beweging brengen, zelfs niet met duizend man en vijftig ossen. Daarom stapelde men hout op rondom haar en stak dat in brand. Maar ze bleef roepen dat haar geloof dat van andere christenen zou versterken. Een soldaat doorstak haar keel met een speer om haar te doen zwijgen, een andere stak haar ogen uit. Tevergeefs. Ze kon enkel sterven nadat men haar de laatste sacramenten had toegediend.

In een ander verhaal bracht ze voedsel naar de christenen in de catacomben. Om zoveel mogelijk voedsel te kunnen dragen stak ze kaarsen in een band rond haar hoofd, zodat ze beide handen vrij had.

Veel elementen uit die verhalen komen terug in de huidige Luciavieringen. Het is een interessant fenomeen, dat voor ons een beetje vreemd kan overkomen. Vooral de hardnekkigheid waarmee de Zweden vasthouden aan hun tradities is speciaal.

De traditie ontstond op het einde van de 18e eeuw rond het grootste meer, het Vänernmeer en verspreidde zich langzaam over het hele land gedurende de 19e eeuw.

Op de morgen van 13 december liep een vrouw rond in het dorp, gekleed in het wit, met een rode band rond haar middel, die het martelaarschap (bloed) van de heilige Lucia verbeeldde. Ze liep rond met kaarsen in haar haar en deelde saffraankoeken uit. Allemaal elementen uit de oude verhalen.

De moderne traditie, waarbij processies rondgaan in de Zweedse steden, startte in 1927 toen een plaatselijke krant in Stockholm een officiële Lucia verkoos voor dat jaar. De lokale pers nam dit over in het hele land. Tegenwoordig verkiezen de meesten steden in Zweden ieder jaar een Lucia. Ook scholen hebben hun Lucia en haar volgelingen. De lokale Lucia’s bezoeken shopping centra, woonzorgcentra en kerken. Ze zingen, samen met hun volgelingen, en delen saffraankoeken uit. In het Guinness Book of World Records vindt men de langste Luciaprocessie met 1200 deelnemers in de Ericsson Globe in Stockholm.

Ook jongens nemen deel aan de processie. Sommigen dragen ook een wit kleed, maar op hun hoofd hebben ze een punthoed met gouden sterren. Dat zijn de sterrenjongens. Andere zijn verkleed als de helpers van de Kerstman en dragen lantaarns. Nog anderen zijn verkleed als peperkoeken mannetjes. Zij hebben ook een paar eigen liederen, maar het zou ons te ver voeren daarover uit te weiden.

Onvermijdelijk kwamen  er de laatste jaren veel discussies over de rol van de jongens. Waarom zouden jongens geen Lucia kunnen worden? Dit in vraag stellen van ongeveer alles doet mij denken aan de hevige discussies rond Zwarte Piet. Is dit echt allemaal nodig en is dat zo belangrijk? Kunnen we niet gewoon genieten van de oude tradities zonder op alle vermeende slakken zout te leggen?

Maar alle kerkelijke feesten vinden hun oorsprong in één of ander heidens feest, dat overgenomen werd en “verchristelijkt”. Lang geleden werd rond deze periode, de donkerste van het hele jaar,  het feest van het licht gevierd. Voor mij als amateurastronoom is het donker geen probleem. De Zweden steken letterlijk overal licht aan. Niet alleen binnenin de huizen, maar ook voor de ramen en  in de tuin. Als ik noorderlicht zie moet ik eerst een hele hoop lichten gaan uitdoen vooraleer ik kan beginnen waarnemen. Ik hoop heimelijk dat de huidige hoge elektriciteitsprijzen het enthousiasme van de Zweden wat zal temperen.

Maar de duisternis was de tijd van de duivel, zodat men djävulskatter bakte op die dag. Letterlijk vertaald: duivelskatten. De verwijzing naar katten wijst op de vorm: net opgerolde katten. Dat werden dan Lussekatter (waarbij Lusse een verbastering is van Lucia). In de naam Lucia zit trouwens ook een verwijzing naar het licht. Het Latijnse woord Lux (Lucis) betekent namelijk licht.

Op de volgende foto heeft alleen die op de voorgrond een normale vorm, de andere zijn het product van mijn fantasie.

En dan is er het Lucialied. Dat is oorspronkelijk een traditioneel Napolitaans lied. Het bezingt een plaats in de pittoreske baai van Napels, Borgo Santa Lucia. Een bootsman tracht de mensen te verleiden om met hem een boottochtje te maken en te genieten van de koelte van de avond.

Hier is de versie van Luciano Pavarotti:

In de Zweedse versie kreeg het lied natuurlijk een Zweedse tekst, die een ode is aan de heilige Lucia.

Ik wil afsluiten met een speelse benadering van het fenomeen, die alles mooi samenvat: Lucia for Dummies:

Geplaatst in Uncategorized | 3 reacties

Bomen zagen

Om ons uitzicht over de baai wat ruimer te maken moeten er regelmatig bomen gerooid worden beneden bij het water. Die groeien heel snel en zouden op enkele jaren tijd het water onzichtbaar maken. Het gaat hier vooral om sparren, berken, essen, lijsterbes en els. Zolang er niets belangrijks kan geraakt worden door een vallende boom valt dat wel mee. Als een boom in de verkeerde richting zou vallen zou dat geen ramp betekenen. Misschien alleen een beetje ongemak bij het verzagen en opruimen.
Bomen zagen doe je best in de winter omdat je dan het gewicht van de bladeren niet hebt en omdat het hout droger is doordat de sapstroom stil ligt. Maar hier is dat wel een probleem door de hevige koude in de winter en de sneeuw. Die kan komen eind november en blijven liggen tot half april…
Dit jaar moesten we er dringend aan beginnen omdat we de voorbije twee jaar niets gedaan hadden door enkele hardnekkige fysieke kwaaltjes. Hoe ouder je bent, hoe sneller die komen en hoe langer ze blijven…
We kijken eigenlijk wel uit naar dit werk, want het heeft drie voordelen: je krijgt een beter uitzicht, je voorraad brandhout wordt aangevuld en het is goed voor de conditie. Je kunt je trouwens verschillende keren opwarmen als je zelf je bomen omhakt: bij het omhakken, bij het verzagen, bij het transporteren, bij het klieven, bij het opstapelen… En bij het verbranden ook natuurlijk!
Deze keer waren de om te hakken bomen niet dikker dan 30 cm, maar toch moet je voorzichtig zijn, goed materiaal gebruiken en de nodige theoretische kennis hebben. Er bestaan cursussen om het aan te leren, maar ik kreeg mijn eerste lessen van een ervaren collega van Barbro, ik las heel veel erover en ik begon met gemakkelijke bomen.
Ik zou aan niemand aanraden zomaar een kettingzaag te kopen en er aan te beginnen. Dat zou onnodige risico’s meebrengen. Om maar een voorbeeld te geven: een bepaalde zone mag je niet gebruiken omdat de zaag dan in je gezicht kan springen, met alle gevolgen van dien. Ook moet je weten hoe een kettingzaag werkt, hoe je een nieuwe ketting legt, de ketting opspant en de ketting slijpt. Het is niet onbelangrijk je smeeroliereservoir regelmatig bij te vullen. De ketting moet voortdurend gesmeerd zijn. Werken met een droge ketting is vragen om ongelukken.
Mijn eerste kettingzaag was vrij goedkoop en dat heb ik geweten: de ketting bleef niet gespannen en het opstarten van de motor was telkens een probleem. De tweede is duurder en veel beter: de ketting blijft opgespannen, het opstarten is heel simpel en voor het slijpen van de ketting heb ik een speciale tool, waardoor dat slijpen maar een paar minuutjes in beslag neemt.


Dan heb je de geschikte kledij nodig. Veel amateurs hebben het geld er niet voor over en nemen de moeite niet veiligheidskledij aan te kopen en telkens ook te gebruiken. Maar een ongeluk is snel gebeurd en kan je vreselijk verwonden. Aan je voeten heb je laarzen met stalen punt en een speciale zaagbroek waar de zaag in vastloopt en blokkeert. Stevige handschoenen en een veiligheidshelm met oorbeschermers vervolledigen de uitrusting. Je mag wel niet vergeten je veiligheidsscherm neer te klappen voor je gezicht… ;-(

Veiligheidskledij

En dan is er natuurlijk de techniek. Ik hou het hier bij de basistechniek voor het omzagen van een niet te dikke, vrijstaande boom. Je maakt alles vrij rond de boom en dan bind je een stevig, dik touw zo hoog mogelijk rond de stam. Daar kan je helper dan aan trekken zodat de boom in de juiste richting valt. Als de boom scheefgegroeid is moet je soms wat nadenken en de boom in een iets andere richting trekken dan de gewenste valrichting. Voor de kenners: een kwestie van fysica en vectoren… 😉
Je begint met een spie (valkerf)  te zagen aan de valzijde. Die is ongeveer 20% van de dikte van de boom. Dan ga je aan de andere zijde staan, je bekijkt alle mogelijke ontsnappingsroutes voor als de boom verkeerd zou vallen en dan geef je een teken aan je helper bij het touw om te tonen dat je begint met de velsnede. Terwijl de helper aan het touw trekt geef je de velsnede horizontaal, een vijftal cm hoger dan de spie. Je laat een stuk, ongeveer 10% van de dikte, onaangeroerd. Dat is de scharnier of baard die bepaalt in welke richting de boom zal vallen. En een ervaren helper kan de valrichting zelfs een beetje bijsturen tijdens het vallen.

Zaagtechniek
Klaar voor het maken van de valkerf

Dan komt het zwaarste werk: het afzagen en het verwijderen van zijtakken en top. En dan wordt de stam in stukken van gepaste lengte gezaagd. Hierbij is het belangrijk dat de zaag niet vastloopt en dat je steunbeen niet achter de zaag staat (zie foto).

Aangezien de houtblokken ongeveer 12 meter naar boven moeten gevoerd worden is dat zwaar werk. Maar we kunnen ze met de kruiwagen ongeveer halverwege brengen en dan kunnen we ze via een bosweg met de auto ophalen.
En dan volgt nog het klieven en het opstapelen. Daarvoor kochten we een elektrische kliever, die schitterend werk levert, hoewel hij helemaal niet zo duur was. Ik voeg een foto bij van één van de dikste blokken, die we zonder problemen konden klieven.

Na de noodzakelijke  droogperiode kan je dan eindelijk genieten van een gezellig, knetterend houtvuur!
En dan het panorama: is dat verbeterd na het rooien van een veertigtal bomen? Zie je het verschil?
Maar we zijn er duidelijk nog niet! Work in progress…

Voor
Na

Geplaatst in Uncategorized | 8 reacties